zondag 23 september 2018

Dag 10: 20 juli 2018. Levís (QU) – Quebec (QU) – Levís (QU). 0 mijl

We hebben gehoord dat we om 8:30 uur ontbijt krijgen. Wij denken dat er een mandje voedsel wordt afgegeven, maar in plaats daarvan komt de eigenaar van het appartementje persoonlijk ons ontbijtje klaarmaken.

Pierre is een gepensioneerde die het blijkbaar leuk vindt zijn gasten persoonlijk van ontbijt te voorzien. Met zijn koeltasje vol vers fruit, een omeletje dat versbereid wordt met een plak ham dat door zijn vrouw persoonlijk is bereid en geroosterde broodjes. De bordjes worden opgemaakt met sla en tomaat. Potje thee erbij, jus d’orange en we kunnen de dag goed beginnen. Pierre is van origine een nazaat van geëmigreerde Duitsers. Hij is nu eigenaar van het parkeerterrein en twee aanpalende gebouwen. Links een souvenirwinkeltje en rechts een koffietentje. ’s Morgens loopt er een jongetje van 18+ op het parkeerterrein om de tickets te verkopen, samen met Pierre en ’s avonds is er de dame van gisteren. ’s Morgens zijn de tarieven CAD 10, ’s middags CAD 15 en ’s avonds tijdens het festival zelfs tot CAD 25, marktwerking heet dat. Zo is Pierre de hele dag bezig. Pierre spreekt goed Engels, wat geen gemeengoed is hier in deze Franstalige regio en Jos probeert zoveel mogelijk Frans met hem te spreken. Pierre lijkt het te waarderen en daardoor ontstaat er een grappige nieuwe taal tussen de twee heren: anglo-french. Als wij gaan eten trekt Pierre zich bescheiden terug en verlaat het appartement.
Na het ontbijt vertrekken we met de ferry naar Quebec. Het paleis en het fort domineren het beeld vanaf de rivier. De ferry doet er een kleine 20 minuten over om de andere kant te bereiken. Daar aangekomen blijkt Quebec een aangename plaats voor toeristen. De binnenstad is geheel ommuurd, een restant van de vroege historie van de stad. In 1608 stichtte Samuel de Champlain de eerste permanente vestiging in Canada, aan de Saint Lawrencerivier, op de plaats waar nu de stad Quebec ligt. De Britten ondernamen verscheidene pogingen om hun Noord-Amerikaanse koloniën uit te breiden ten koste van Nieuw-Frankrijk. Uiteindelijk versloegen zij in 1759 het Franse garnizoen. In 1763 stond Frankrijk zijn koloniën in Canada af aan Groot-Brittannië. De bewoners van Quebec, de Québécois eisten dat er Frans gesproken zou blijven en uit angst voor rellen werd dit door de Britten toegestaan. Dus tot op de dag van vandaag wordt er Frans gesproken.

De oude kern van de stad bestaat uit een bovenstad en een benedenstad. De benedenstad langs de oever van de rivier is het oudst; het had dankzij de aanwezigheid van de haven vooral een handelskarakter. De bovenstad op de kaap Diamant had vanouds vooral een militaire, administratieve en religieuze functie; de meeste gebouwen dateren tegenwoordig uit de negentiende eeuw. Wegens plaatsgebrek in de benedenstad ontwikkelde de bovenstad zich in de twintigste eeuw als het stadscentrum. Lange tijd was het lage deel voor het gewone volk en de upper town voor de elite. Wij wandelen door de lower town met al zijn toeristenwinkeltjes en banen ons langzaam een weg naar het bovenste deel. Hoewel het warm is, is het goed te doen. Onderweg komen we langs een prachtige muurschildering die verschillende beroemde personages uit de geschiedenis portretteert. Je moet er alleen niet zijn als er een buslading Aziatische toeristen is uitgeladen, want dan nemen die het tableau “over”. Bij de VVV krijgen we een map met een wandelroute die we die dag veelvuldig gebruiken. We wandelen over de Rue St. Louis die vooral door horeca en winkels wordt gedomineerd. Vlak voor de stadspoort kunnen we naar het fort.

Omdat dat een militaire kazerne is, kun je er alleen binnen onder begeleiding. Jos heeft in zijn leven al verschillende kazerneterreinen mogen bezichtigen, dus die is daar niet zo’n fan van. We horen wel dat als we even wachten we de wisseling van de wacht kunnen zien. Jongens met berenmutsen op staan twee uur lang op wacht voor de kazerne. De aflossing heeft een hoog toeristengehalte.

Er wordt een extra rondje gelopen, dat geen enkele functie heeft, maar voor de fotografen en filmers extra tijd oplevert voor de gewenste plaatjes en beelden. Buiten de muren ligt het parlementsgebouw van Quebec, dat nu gerenoveerd wordt. Hoge schuttingen zorgen ervoor dat je niet al te veel van het werk kan zien. Hier en daar is er een kijkgaatje opdat de echte liefhebber toch de vorderingen enigszins kan volgen. Onderweg lunchen we even op een terras, salade en een biertje. Als we verder lopen komen we bij een kerk die tegenwoordig dienstdoet als verkooppunt van tweedehands boeken, lp’s, films, video en andere memorabilia uit de vorige eeuw. Ook hier worden lege godshuizen dus hergebruikt. Terug lopen we via de Boulevard René Lévesque, die ons terug de stad terug invoert.

Ook deze straat wordt gedomineerd door kleine middenstand en kroegen met microbrouwerijtjes, allemaal net iets moderner dan eerder gezien, het lijkt ons een straat in opkomst. Weer binnen de stadsmuren is het onmiddellijk drukker en hier wordt het straatbeeld gedomineerd door toeristenshops en toeristenhoreca.

En ook in deze stad is er het gebruikelijke entertainment door muzikanten en straatartiesten. Quebec maakt op ons een vriendelijke en toegankelijke indruk. Tijd om terug te keren en de pont te nemen naar Levís, waar we vriendelijk begroet worden door de parkeerwachtster. We besluiten vandaag echt letterlijk om de hoek te eten, een tentje waar ze Poutine maken, een echte Quebec specialiteit, een soort friet met vlees, stukjes kaas en jus, klinkt misschien raar maar het smaakt een beetje als een frietje stoofvlees. Jos heeft wat spare-ribs, waarbij het vlees van het bot afvalt. Ligt een beetje buiten ons dieet, maar is wel heerlijk.

Het festival duurt nog even en we wandelen nog even over het festivalterrein, zelfde acts als gisteren, dus we blijven niet al te lang. In het appartementje kijken we nog even het Canadeese nieuws om te horen dat er nu reeds meer dan 880 misdrijven met wapens zijn gepleegd in Toronto dit jaar; er is twee dagen geleden weer een dodelijk schietincident geweest. De wapenlobbyisten argumenteren dat het niet aan de legale wapenbezitters ligt, maar juist aan de illegale, dus de wet hoeft wat hun betreft niet veranderd te worden. Wij zijn blij dat we in Nederland van dit soort discussies gevrijwaard blijven. Over drie dagen gaan we naar Toronto, dus een beetje geïmponeerd zijn we wel. Ernstige gedachten voor het slapengaan.

Reageer hier