zondag 23 september 2018

Dag 20, 30 juli Ithaca (NY) – Central Valley (NY) 198 mijl

Ithaca heeft twee universiteiten. Cornell University en Ithaca College. Vanochtend willen we een bezoek brengen aan de Cornell University, die tot een van de beste universiteiten van Amerika behoort.
Esmée heeft uitgezocht dat er rondleidingen zijn en het Johnson Museum of Art. Tegenover het museum ligt een pad dat je naar Beebe Lake leidt en naar een hangbrug over Fall Creek Gorge, een van de twee indrukwekkende riviergeulen rond de campus. En er is de McGraw Tower, bekend om zijn klokkenspel dat dagelijks bespeeld wordt door studenten en oud-studenten. De weg door de stad naar de universiteit is bijzonder, niet in de laatste plaats omdat we in een voortuin midden in de stad herten zien. Hoe dichter we bij de universiteit komen, hoe meer we de studenten-stad-sfeer ervaren. Studentenhuisvesting, grote gebouwen met letters van het Griekse alfabet erop en nog volop kamers en parkeerplaatsen te huur. Toch wel wat anders dan in onze studentensteden waar kamers schaars zijn. Als de navigatie aangeeft dat we er zijn, staan op een onaantrekkelijk deel van de campus. Jos heeft al meteen in de gaten waar we aangekomen zijn: het gebouw waar de potentiele studenten zich kunnen melden. Die krijgen dan ook vast een rondleiding, maar niet die waar wij voor kwamen. Esmée haar Engels gaat al vooruit, maar hier heeft ze de website toch niet helemaal goed begrepen.

We gaan maar naar de McGraw Tower. Daar aangekomen begrijpen we waarom er in de stad zoveel parkeerplaatsen te huur zijn. Alle parkeerplaatsen op de campus zijn voor permit-houders, docenten huren vast hun parkeerplaats in de nabijgelegen wijk of komen met de fiets of openbaar vervoer. Voor ons betekent het dat we de auto niet kwijt kunnen, en omdat we onder de ruitenwissers van verschillende auto’s bekeuringen zien zitten, zijn we voorzichtig. We pakken snel een cache (tja, dat dan weer wel) en van een afstand zien we de toren. Dit gaat het niet worden, dus we besluiten om de campus dan maar weer te verlaten, nadat we ook nog de cache bij de mascotte van de universiteit hebben gevonden. We gaan op weg naar de volgende bestemming Central Valley in de staat New York. Op de kaart zien we dat de weg die wij nemen op verschillende stukken zo’n beetje de grens is met Pennsylvania. De geocache-kaart wordt erbij gepakt en hoewel er niet veel caches in dit gebied liggen, is er één net over de brug in Pennsylvania.

We rijden dus de brug over want dit levert ons een extra staat op. Leuk voor de statistieken. Op de parkeerplaats hebben we uitzicht over de rivier die Pennsylvania en New York van elkaar scheidt. Er zitten wat vissers op een bootje en voor hun is het etenstijd. Ook wij eten wat uit de koelbox en dan gaan we verder naar Bethel. Bethel is beroemd vanwege het popfestival Woodstock, dat er in augustus 1969 plaatsvond. De meeste bezoekers waren hippies die kwamen voor hun 'Three Days of Peace and Music'.

We zijn benieuwd wat er 49 jaar na dato over is van dit historische terrein dan alleen dan de naam Woodstock. Opvallend is dat in het dorp bijna niets verwijst naar het Woodstock van toen. Geen aankondiging op de highway, geen rijen souvenirshops. Natuurlijk is er wel een Woodstock Monument op de plek waar het hoofdpodium stond. Het monument is door zijn vorm een echte gedenkplaats. Het doet ons aan een graf denken, maar ja de meeste artiesten van toen zullen er ook niet meer zijn.

Je kijkt uit over het festivalterrein wat een groot glooiend grasveld is. Op de gedenkplaats lezen we een deel van de line-up van het festival. We kunnen ons bijna niet voorstellen hoe hier 400.000 mensen hebben rondgehangen.

Er is ook een museum (onderdeel van Bethel Woods Center for the Arts) met filmmateriaal, foto's en een kever en hippiebus die in 1969 zijn achtergebleven. Beneden zien we foto’s van de artiesten van toen, met ernaast hun set-list van toen. Nostalgie voor Jos. Onder in de kelder staat ook een chopper, a la Easy Rider.

We zien nog een man met zijn dochter. Hij is foto’s aan het maken van een boom en vergelijkt die met een plaatje dat hij in zijn hand heeft. Het zou ons niets verbazen als hij hier 49 geleden ook bij de boom zat en er gefotografeerd is. Daarna zetten we onze reis voort. We willen in een keer doorrijden naar onze eindbestemming, maar bij Monticello zien we een bord dat een casino aankondigt.
We kijken naar elkaar en besluiten toch even te gaan kijken. Gek hoe vakantie met ons altijd verbonden is met countrymuziek in de auto, koffie bij Starbucks en stoppen bij casino’s. We besluiten voor dit half uurtje toch maar lid te worden van de playersclub, wie weet is er een leuke promotie. En ja wel hoor, we krijgen allebei $10 speeltegoed en een kraslot ter waarde van $3. Na een half uur gaan we met $30 cashgeld naar buiten. Niet slecht al zeggen we het zelf. Daarna rijden we toch echt door naar het James Motel in Central Valey. We drinken een biertje in het zitje onder de boom bij het hotel en gaan dan op zoek naar een eetgelegenheid. Het dorp zelf heeft niet echt wat te bieden maar vlakbij het hotel zit restaurant Captains Tabel waar het druk is. Het eten is er lekker, de bediening slecht. Op de rekening stellen ze 20 tot 25 % tip voor. Sorry, maar dat wordt toch echt een stuk minder.

Reageer hier